Categoriearchief: Nieuws

Eén nieuw pensioen voor de Techniek

Schiphol/Rijswijk, 26 september 2014 –  Werknemers en werkgevers in de sectoren Metaal & Techniek en Metalektro zijn het eens over een nieuwe pensioenregeling voor de pensioenfondsen PMT en PME. Beide bedrijfstakken krijgen dezelfde pensioenregeling. Dat betekent één pensioenregeling voor de meer dan 540.000 huidige werknemers bij de ruim 34.000 ondernemingen die in de sectoren actief zijn. Voor het definitief goedkeuren van het principeakkoord vindt achterbanraadpleging plaats.

De speelruimte voor sociale partners en pensioenfondsen wordt door de nieuwe wet- en regelgeving kleiner. Want de kern van wat het kabinet wil is eenvoudig: om de oude dag betaalbaar te houden moeten onze pensioenen soberder worden.

Beperkte speelruimte, toch goede afspraken
Binnen die beperkte speelruimte hebben werkgevers en werknemers in de sectoren Metaal & Techniek en Metalektro de afgelopen periode onderhandeld over een nieuwe, gezamenlijke pensioenregeling. Er is lang gepraat om te zoeken naar een pensioen dat voor werknemers, gepensioneerden én werkgevers binnen de beperktere mogelijkheden toch het beste te bieden heeft. Een robuust en betaalbaar inkomen voor de oude dag met een stabiele premie. Werknemers en werkgevers in de sector Metaal & Techniek én in de Metalektro zijn er nu uit. De nieuwe pensioenregeling voldoet vanzelfsprekend aan de gewijzigde wet- en regelgeving vanaf 2015.

Verbeterde arbeidsmobiliteit
Eén pensioenregeling voor beide technieksectoren scheelt voor veel mensen een hoop gedoe. Wie in de techniek van baan wisselt, gaat regelmatig over van de ene naar de andere sector. Als je pensioen dan hetzelfde blijft, is dat wel zo prettig. Het zorgt ervoor dat een obstakel voor arbeidsmobiliteit is weggenomen. Voor werknemers én werkgevers biedt dat voordelen.

Lagere inkomens beschermen
De komende vijf jaar gaat de franchise (het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd omdat men ook een AOW-uitkering van de overheid ontvangt) stapsgewijs omlaag. In totaal wordt de franchise € 1000,- lager. Dat betekent dat werknemers over een groter deel van het salaris pensioen opbouwen.

Jos Brocken, hoofdonderhandelaar van werknemerskant:
“De lagere franchise is voor alle werknemers goed. Maar zeker voor mensen met lagere salarissen, onder wie jongeren, gaat het om een  verbetering van hun pensioen. Daarmee verzachten we voor grote groepen werknemers een deel van de gevolgen van de nieuwe wetgeving.”

Stabiele premie
De afspraken over de nieuwe pensioenregeling zorgen ten minste de komende vijf jaar voor een stabiele pensioenpremie. In die periode blijft de premie bij PME op het huidige niveau. Bij PMT daalt de premie enigszins. Die meerjarige stabiele premie is voor iedereen van belang.

Ron Follon, hoofdonderhandelaar van werkgeverskant:
“Nu we de premie voor vijf jaar hebben kunnen vastzetten, weten werkgevers waar ze aan toe zijn. De komende jaren hoeven ze zich niet langer zorgen te maken over een stijging van de pensioenlasten, die een belangrijk onderdeel vormen van de totale loonkosten. In deze onstuimige economische omstandigheden is dat een hoofdbreken minder.“

 

De belangrijkste onderdelen van de nieuwe afspraken worden in de bijlage beknopt toegelicht.

Noot voor de redactie: Voor nadere informatie over dit persbericht neemt u contact op met Ron Follon: 06-22564639, e-mail: ronfollon@fwt.nl

 BIJLAGE

 Belangrijkste kenmerken nieuwe pensioenregeling PMT en PME.

Eén regeling voor twee sectoren
Bij werkgevers en werknemers was er de wens om voor de sectoren Metaal & Techniek en Metalektro zoveel als mogelijk eenzelfde pensioenregeling af te spreken. Dat is gelukt en dat is goed nieuws. Want het scheelt voor veel mensen een hoop gedoe. Wie in de techniek van baan wisselt, gaat regelmatig over van de ene naar de andere sector. Als je pensioenregeling dan hetzelfde blijft, is dat wel zo prettig. Het zorgt ervoor dat een obstakel voor arbeidsmobiliteit is weggenomen. Voor werknemers én werkgevers biedt dat voordelen.

Premie: rust en stabiliteit voor vijf jaar
Een ander uitgangspunt bij de onderhandelingen was de wens om te komen tot een stabiele pensioenpremie. Ook die wens is werkelijkheid geworden. De komende vijf jaar blijft de premie bij PME op het huidige niveau, ondanks de onstuimige economische omstandigheden waarin we leven. Bij PMT daalt de premie met circa 0,25% van de loonsom.
Een stabiele premie is voor iedereen van belang. Werkgevers weten zo waar ze de komende jaren aan toe zijn waar het gaat om een belangrijke component van de loonkosten. En ook werknemers hoeven niet meer elk jaar af te wachten hoeveel ze aan pensioenpremie kwijt zijn. Daarmee wordt ook hun nettoloon stabieler. In deze onzekere tijden is dat een mooie opsteker.

Standaard pensioenleeftijd wordt 67 jaar
De standaard pensioenleeftijd wordt 67 jaar. Bestaande pensioenrechten worden per 1 januari 2015 omgerekend naar een pensioendatum van 67 jaar. Het maandelijkse pensioen wordt door die omzetting hoger, omdat er minder lang wordt uitgekeerd. De totale waarde van het al opgebouwde pensioen blijft na de omzetting vanzelfsprekend gelijk.

Maar: eerder stoppen kan ook onder de nieuwe regeling nog steeds. Net als nu geldt: hoe eerder met pensioen, hoe lager de uitkering. En andersom: wie langer doorwerkt, krijgt een hoger pensioen.

Jaarlijkse opbouw gaat door wettelijke beperking iets omlaag
Het pensioen dat deelnemers jaarlijks opbouwen wordt aangepast aan het wettelijk maximum van 1,875% van de pensioengrondslag. Dat betekent een zeer kleine verlaging van 0,025% (het opbouwpercentage is nu 1,9%). De verlaging van het opbouwpercentage in combinatie met de verhoging van de pensioen(richt)leeftijd  betekent dat deelnemers iets langer moeten doorwerken om hetzelfde pensioen te bereiken. Hoe dichter men nu al bij het pensioen is, hoe kleiner dit effect.

Franchise omlaag: lagere inkomens worden zoveel als mogelijk beschermd

De komende vijf jaar gaat de franchise (het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd omdat men ook een AOW-uitkering van de overheid ontvangt) stapsgewijs omlaag. In totaal wordt de franchise € 1000,- lager, terwijl die zonder nieuwe regeling juist zou stijgen. Dat betekent eenvoudigweg dat over een groter deel van het salaris pensioen wordt opgebouwd. Met name voor werknemers met lagere salarissen betekent dat een relatief stevige verbetering van hun pensioenuitzicht. Zo wordt de schade van de wettelijke pensioenversobering voor lagere inkomens beperkt.

Indexatie
De indexatie (jaarlijkse verhoging) van pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen blijft net als nu voorwaardelijk. Dat betekent dat de pensioenen alleen verhoogd worden wanneer daarvoor voldoende reserves aanwezig zijn. Voor indexatie wordt geen premie betaald. Er bestaat dan ook geen recht op indexatie.
De ambitie van de pensioenregeling is de pensioenen van zowel actieve deelnemers als van gepensioneerden mee te laten groeien met de stijgende prijzen (de prijsindex). Behoud van koopkracht is dus het doel. Wanneer het eerder genoemde premie-egalisatiedepot voldoende middelen bevat, kunnen de opgebouwde pensioenen van actieve deelnemers extra worden verhoogd tot het niveau van de stijgende lonen in de sector (de loonindex).

De indexatie-ambitie van de pensioenregeling staat los van de nieuwe wettelijke kaders die strengere eisen stellen aan de buffervorming van pensioenfondsen. Door deze nieuwe regels moeten pensioenfondsen extra reserves opbouwen. Dat kost veel geld. Zeker de komende jaren zal de ambitie om de pensioenen hun koopkracht te laten behouden daardoor moeilijk in de praktijk te brengen zijn.

Premie-egalisatiedepot
Wanneer door gewijzigde omstandigheden het huidige kostendekkende premieniveau ruimte overlaat, wordt een premie-egalisatiedepot gevormd. Bij een bepaald niveau van dit depot kunnen middelen hieruit worden aangewend voor een te zijner tijd eventuele extra indexatie van actieve premiebetalende deelnemers.
Andersom geldt: wanneer door een negatieve ontwikkeling van omstandigheden het huidige niveau van de kostendekkende premie in de afgesproken vijfjarige periode op enig moment onvoldoende blijkt, dan kan voor de financiering van nieuw op te bouwen pensioenrechten worden geput uit het opgebouwde premie-egalisatiedepot. De premie wordt gedurende de afgesproken vijf jaar dus niet verhoogd (noch verlaagd). Blijkt het opgebouwde depot dan nog onvoldoende, dan wordt de nieuwe jaarlijkse pensioenopbouw op enig moment voor zover en voor zolang als nodig beperkt.

Nabestaandenpensioen
Er wordt een (kapitaalgedekt) nabestaandenpensioen opgebouwd ter hoogte van 50% van het ouderdomspensioen. Dit nabestaandenpensioen kan op pensioendatum worden ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen. Andersom kan ook: een deel van het ouderdomspensioen kan op de pensioendatum worden ingeruild voor een hoger nabestaandenpensioen.
Naast het op te bouwen partnerpensioen is er een verzekerd nabestaandenpensioen ter hoogte van 20% van het ouderdomspensioen. Deze verzekering geldt zolang men pensioen opbouwt en komt te vervallen bij pensionering of wanneer de bedrijfstak wordt verlaten.

Vrijwillig extra opbouwen voor hogere inkomens
De nieuwe pensioenregeling in de Metaal & Techniek en Metalektro wordt verplicht voor het inkomen tot € 70.000 per jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

Voor het inkomen tussen € 70.000 en € 100.000 biedt de pensioenregeling een per bedrijf vrijwillig af te sluiten aanvullende pensioenopbouw. De (beoogde) opbouw van deze  vrijwillige regeling bedraagt 75% van de basisregeling. De premie is afhankelijk van de gemiddelde leeftijd van de deelnemende werknemers in het bedrijf. Net als de basispremie wordt ook de premie voor deze aanvullende regeling steeds vastgesteld voor een periode van vijf jaar.

Het kabinet eindigt de belastingaftrek voor pensioenpremies voor het inkomen boven € 100.000. Sociale partners hebben ervoor gekozen geen regeling aan te bieden voor het inkomen boven deze grens.

Overgangsregelingen
De verschillende overgangsregelingen die nu bij PME en PMT gelden, blijven ongewijzigd.

Nadere uitwerking
Het principeakkoord dat werkgevers en werknemers nu hebben gesloten, is een akkoord op hoofdlijnen. De komende periode worden de afspraken nader uitgewerkt. Wanneer over deze afspraken meer bekend is, worden alle betrokkenen verder geïnformeerd.

Cao-akkoord goedgekeurd

FWT heeft de vakbonden vandaag bericht dat de bij de Cao’s in de Metaal en Techniek betrokken FWT-organisaties het op 11 oktober jl. bereikte Cao-akkoord hebben goedgekeurd. Eerder deze week lieten de vakbonden weten dat ook aan werknemerszijde wordt ingestemd met het akkoord over de nieuwe Cao’s. Dit betekent dat er geen belemmeringen meer zijn voor het formaliseren van de nieuwe Cao’s in de Metaal en Techniek, die een looptijd hebben van 1 mei 2013 tot en met 28 februari 2015.

Het gaat om de Cao’s voor:

  • het Carrosseriebedrijf;
  • de Goud- en zilvernijverheid;
  • het Isolatiebedrijf;
  • het Metaalbewerkingsbedrijf;
  • het Technisch installatiebedrijf.

Deze vijf Cao’s gelden voor ca. 27.500 werkgevers en ca. 300.000 werknemers.

CAO akkoord Metaal en Techniek zet in op behoud van werkgelegenheid

Vandaag hebben werkgevers en vakbonden een akkoord gesloten over een nieuwe cao voor de sectoren in de Metaal en Techniek, de grootste cao in de marktsector. De nieuwe cao is erop gericht om zoveel mogelijk bedrijven ongeschonden door de economische crisis te loodsen en werkgelegenheid te behouden. De sociale partners zijn een loonsverhoging van 1,5% overeengekomen per 1 oktober 2014. Ook zijn er afspraken gemaakt over overgangsmaatregelen in de pensioenen. De nieuwe cao-afspraken hebben een looptijd tot 1 maart 2015.

Zwaar weer

Werkgeversonderhandelaar Hep van Luunen is positief over het akkoord. ‘Veel bedrijven in de technische bedrijfstakken hebben te kampen met zwaar weer. Dit akkoord houdt hier rekening mee. We zijn tevreden dat er voor 2013 een nullijn is afgesproken. De stijging van de lonen in 2014 blijft met 1,5% binnen de perken. Dit akkoord biedt bedrijven rust op arbeidsvoorwaardengebied en is een goede basis om het overleg over een nieuwe pensioenregeling af te ronden.’

Realiteitszin

Van Luunen: ‘Het akkoord dat nu op tafel ligt, getuigt van realiteitszin. Zo houden we de blik gericht op de toekomst met een verhoging van jeugdschalen met 3%. Met deze cao komen we niet alleen deze lastige economische tijden door, maar maken we ook afspraken om krachtiger uit de crisis te komen.’ Van Luunen verwacht dat de achterbannen van werkgevers het onderhandelaarsakkoord in de loop van deze maand zullen goedkeuren.

Sectorplan en Techniekpact

De nieuwe cao maakt de weg vrij voor versterking van de sector Metaal en Techniek op de langere termijn. Dat gebeurt via een sectorplan dat werkgevers en vakbonden in het kader van het onlangs gesloten Techniekpact gaan indienen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Van Luunen: ‘De innovatiekracht van de technische sectoren is groot, op de langere termijn kunnen we veel nieuwe werkgelegenheid creëren. Doel van het sectorplan is dan ook om meer jongeren te interesseren voor een baan in de techniek. Tegelijkertijd willen we oudere werknemers helpen om met bijvoorbeeld bijscholing fit de eindstreep te halen.’

Pensioenen

Sociale partners hebben verder besloten om de overgangsregeling voor pensioenen voort te zetten. Werkgevers gaan deze premie met ingang van 1 januari 2014 volledig betalen waardoor werknemers minder gaan afdragen. De premie voor de overgangsmaatregelen vervalt uiterlijk in 2020.

 

///////

 

Noot voor de redactie: Voor nadere informatie over dit persbericht neemt u contact op met:  Hep van Luunen, werkgeversonderhandelaar Federatie

Werkgeversorganisaties Techniek, 06 53560759, e-mail: h.vanluunen@hetnet.nl

 Over FWT:

De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) vertegenwoordigt brancheorganisaties UNETO-VNI, Koninklijke Metaalunie, FOCWA, NVKL, FGZ,NGO-SBG, NVvM, VGS en VIB bij het afsluiten van de cao voor de Metaal en Techniek. Dit is met circa 27.500 ondernemingen met in totaal 330.000 werknemers de grootste cao in de marktsector. Het gaat hierbij om de cao voor carrosserie- en schadeherstelbedrijven, goud- en zilvernijverheid, isolatiebedrijven, metaalbewerkingsbedrijven en technisch installatiebedrijven.

Vakbonden zetten Metaal en Techniek op scherp

FNV Metaal kondigde maandag in een persbericht aan dat de werknemers op 20 september a.s. weer volop gaan staken. Duidelijk is dat het de bonden ontbreekt aan realiteitszin. Zij blijken nog steeds niet in te zien dat veel van de bedrijven in verband met gebrek aan orders aan het reorganiseren zijn.

Van werkgeverskant is het uiterste gedaan om in 7 onderhandelingsrondes tot een CAO te komen. Sinds het laatste overleg op 11 juni jl. zijn er geen officiële onderhandelingen meer geweest. De bonden liepen uit het overleg weg. Zij stelden ultimatums waaraan werkgevers niet konden voldoen.  ‘Nu iedereen weer terug is van vakantie hopen wij op korte termijn wel weer serieus in gesprek te komen met de bonden.’, aldus Hep van Luunen, algemeen secretaris van de FWT.

De FWT blijft bij haar visie dat het in deze tijd onverantwoord is om met salariseisen te komen van 2,5 procent voor dit jaar. Temeer nu werknemers in 2013 al eerder inkomensaanpassingen van in totaal 1,72% genoten hebben.

In de nieuwe Metaal en Techniek CAO’s willen werkgevers de nieuwe sectorplannen aan bod laten komen. Deze zijn de laatste drie onderhandelingsrondes ook onderwerp van gesprek geweest. In de sectorplannen worden onder meer werkgelegenheidsplannen voor de sector Metaal en Techniek opgenomen. Het kabinet heeft voor de sectorplannen in de periode 2014-2015 600 miljoen euro vrijgemaakt. Voorwaarde voor subsidie is dat er sprake is van 50/50 financiering. Er zullen voor de sector goede werkgelegenheidsplannen moeten komen om te kunnen voorzien in de behoefte aan technisch personeel in de toekomst. Vanaf 1 oktober van dit jaar kunnen sectorplannen worden ingediend. Met het dichtgooien van de deur voor verdere onderhandelingen zullen de sectorplannen voor onze branche geen doorgang kunnen vinden.

Zorgelijk is bovendien dat de bonden de reguliere heffingen voor de O&O fondsen in de sector blokkeren. In het kader van de hierboven genoemde 50/50 financiering is dat desastreus. Een oproep van werkgevers om er in ieder geval voor te zorgen dat er voldoende middelen zijn om de sector een boost te geven zijn door de vakbeweging in de wind geslagen.

Uitgangspunt voor werkgevers blijft een verantwoorde CAO loonsverhoging die recht doet aan de moeilijke economische tijd en een evenwichtiger verdeling van arbeidsvoorwaarden tussen jong en oud.

Ten aanzien van de acties zullen de brancheorganisaties hun leden binnenkort van nader advies voorzien.

 

Metaalwerkgevers: Vandaag een goede CAO, morgen nog werk voor iedereen?

De werkgevers in de Metaal en Techniek vinden de eisen die FNV Metaal vandaag naar voren brengt tijdens vakbondsacties onverantwoord. De vakbond heeft een looneis gesteld van 2,5%. ‘Dat is volstrekt irreëel,’ zegt werkgeversonderhandelaar Hep van Luunen. ‘Je kunt niet dit soort loonsverhogingen verwachten van een bedrijf dat het moeilijk heeft. Dat is spelen met vuur.’ De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) gaat voor continuïteit van bedrijven én voor behoud van werkgelegenheid. Met de vakbonden moeten we daar afspraken over maken, aan de onderhandelingstafel. Het afbreken van het overleg en een ultimatum stellen lost niets op. 

Afspraken

Volgens werkgeversonderhandelaar Van Luunen komt de vakbond met de acties van vandaag eerder gemaakte afspraken niet na. ‘Tijdens de laatste onderhandelingsronde spraken partijen af hun achterban te raadplegen en elkaar daarna te informeren over de uitkomsten. In plaats daarvan kwamen de vakbonden onmiddellijk met harde eisen in een ultimatum.’  Volgens Van Luunen liggen de standpunten van werkgevers en vakbonden veel minder ver uiteen dan de bonden suggereren. ‘De vakbonden hebben veel te snel hun toevlucht genomen tot acties. Zij brengen daarmee bedrijven en werkgelegenheid grote schade toe.’

Behoud van werkgelegenheid

De werkgevers in de Metaal en Techniek streven tijdens de cao-onderhandelingen naar het behoud van zoveel mogelijk banen en vinden de looneis van 2,5% van de vakbonden daarom onverantwoord. Van Luunen: ‘Werkgevers streven naar een cao waarmee bedrijven én werknemers zoveel mogelijk ongeschonden door de crisis komen. De continuïteit in de sector staat voorop. Dat besef ontbreekt echter momenteel bij de vakbonden. En hoewel het economisch slecht gaat en de werkgelegenheid onder druk staat, betekent het niet dat er helemaal geen verbeteringen zijn voor de werknemer. Werkgevers gaan NIET voor de nullijn, we hebben al een loonsverhoging aangeboden.’

Oudere werknemers

Van Luunen: ‘Het is goed dat de vakbonden oog hebben voor oudere werknemers. Ouderen kunnen met hun ervaring een belangrijke toegevoegde waarde hebben voor een bedrijf. Maar als ouderen door allerlei rechten veel te duur worden, schieten de bonden hun doel voorbij.’

Grootste cao in de marktsector

In de Nederlandse marktsector is Metaal en Techniek de grootste cao. In de bedrijfstak zijn zo’n 27.500 ondernemingen actief, die samen werk bieden aan ongeveer 330.000 mensen. De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) voert namens de leden de onderhandelingen voor het afsluiten van de vijf cao’s voor de Metaal- & Techniek. Het gaat hierbij om de cao voor het carrosseriebedrijf, de cao voor de goud- en zilvernijverheid, de cao voor het isolatiebedrijf, de cao voor het metaalbewerkingsbedrijf en de cao voor het technisch installatiebedrijf.

///// Einde persbericht //////

Voor meer informatie over dit persbericht: Hep van Luunen, secretaris Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT), 06 53 560 759, vanluunen@hetnet.nl

CAO-overleg niet afgebroken

In de media circuleren berichten dat het CAO-overleg in de Metaal en Techniek op 11 juni jl. zou zijn afgebroken. Die berichtgeving is niet juist. Partijen hebben de afspraak gemaakt om, alvorens het overleg voort te zetten, tijd in te ruimen voor achterbanraadpleging.

Geen resultaat CAO-overleg

Het overleg over de nieuwe CAO’s in de Metaal en Techniek  op  11 juni 2013 heeft niet geleid tot een resultaat. Gebleken is dat de kloof tussen de wederzijdse wensen zelfs na de zevende overlegronde niet is te overbruggen. Vakbonden  willen voor het kalenderjaar 2013 een eenmalige uitkering van ruim 2% van het jaarloon, eventueel  te vervangen door 5 CBD-dagen (vrije dagen). Daar bovenop  willen de vakbonden 2,5% structurele loonsverhoging in 2014 met een vloer van 500 euro. Tevens is iedere vorm van beperking van de bevoorrechte positie van ouderen, waaronder seniorendagen, onbespreekbaar. Ook blijkt het niet mogelijk afspraken te maken over de noodzakelijke aanpassing van de huidige pensioenregeling. Partijen beraden zich in eigen kring op de ontstane situatie.

Ook na de zesde overlegronde nog geen akkoord over de CAO’s in de Metaal en Techniek

Het zesde overleg over de nieuwe CAO’s in de Metaal en Techniek op 22 mei 2013 heeft nog geen akkoord opgeleverd. Werkgevers houden vast aan een beheerste loonontwikkeling en beperking van de extra vakantierechten van oudere werknemers.

Het overleg werd door partijen vooral benut om de ingediende voorstellen te bezien in het licht van de uitkomsten van het Sociaal Akkoord en het onlangs gesloten Techniek Pact. Gelet op het belang van de bedrijfstak is een eerste aanzet gemaakt voor het opzetten van een sectorplan. Dit plan zal deel uitmaken van een nog af te sluiten CAO-akkoord. Er is tijd genomen om dit overleg nader uit te werken. Het overleg wordt op 11 juni a.s. voortgezet.

CAO-overleg biedt tot op heden geen perspectief

Op 25 april 2013 overlegden CAO-partijen in de Metaal en Techniek voor de vijfde keer over een nieuwe CAO. Het overleg stemde tot teleurstelling bij werkgevers. De werknemersorganisaties kwamen niet verder dan een samenvatting van hun eerdere voorstellen. Werkgevers voelen zich door deze handelwijze niet serieus genomen.

Werkgevers  benadrukten dat zij een CAO willen afsluiten die bedrijven ook een kans  geeft om te overleven. Het vasthouden aan een [te] groot wensenpakket door de werknemersorganisaties  past daar niet bij. Werkgevers hebben het gevoel dat de bonden de problematiek in de bedrijven onderschatten.

Hoewel werkgevers aangaven dat het niet bereiken van overeenstemming leidt tot een CAO-loos tijdperk AOW’ers (de CAO loopt af op 30 april 2013) is woensdag 22 mei a.s.  als  volgende onderhandelingsdag  geagendeerd.

CAO-overleg in het licht van het Sociaal Akkoord

Vandaag vond het vierde overleg plaats over de nieuwe CAO’s in de Metaal en Techniek. Van de zijde van de werknemersorganisaties is ingegaan op wat werkgevers op 10 april jl. inbrachten. De conclusie is dat de werknemersorganisaties de koppeling van duurzame inzetbaarheid met beperking van seniorenrechten die werkgevers hebben voorgesteld afwijzen.

Het aantal te bespreken onderwerpen groeide toen de werknemersorganisaties de uitkomsten van het onlangs gesloten Sociaal Akkoord in het CAO-overleg wilden betrekken.

Partijen zullen bezien welke elementen van het Sociaal Akkoord thans van invloed zijn voor de huidige onderhandelingen.

Afgesproken is om het overleg op donderdag 25 april a.s. voort te zetten.