Nieuwe cao’s Metaal en Techniek moeten uitdagingen arbeidsmarkt het hoofd bieden

Na lange onderhandelingen en stevige inhoudelijke discussies hebben werkgevers en vakbonden vandaag een akkoord bereikt over de nieuwe cao’s in de Metaal en Techniek. “Om technische vakmensen voor de sector te behouden en de aantrekkelijkheid voor nieuwe medewerkers te vergroten, is gekozen voor een robuuste verbetering van de lonen”, zegt Ron Follon, hoofdonderhandelaar van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) over het akkoord.

Daarnaast is vooral ingezet op het voortzetten van de regeling vervroegd uittreden (RVU) voor werknemers met een zwaar beroep. “Dit in combinatie met een programma dat de komende jaren opgezet gaat worden om de duurzame inzetbaarheid van werknemers te bevorderen. We zetten hiermee alles op alles om de grote uitdagingen op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden”, aldus Follon.

De cao’s Metaal en Techniek vormen met 30.000 werkgevers en 330.000 werknemers de grootste cao’s in de marktsector. De nieuwe cao’s hebben een looptijd van 22 maanden: van 1 april 2024 tot 1 februari 2026. De lonen stijgen per 1 juli 2024 met 7%, per 1 maart 2025 worden de maandlonen verhoogd met 100 euro bruto (3% van het gemiddelde salaris) en per 1 oktober 2025 stijgen de lonen met 3%. Follon: “De looptijd van 22 maanden geeft rust en duidelijkheid. Met een totale loonsverhoging van 10% én een nominale verhoging van 100 euro bruto dragen we bij aan het herstel van de koopkracht van onze werknemers.”

Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
Met het bereikte akkoord kunnen alle werknemers die in aanmerking komen voor de RVU-regeling er ook gebruik van maken. Follon: “De inmiddels ontstane wachtlijst zal worden opgelost. Met een fiscaal gunstige regeling stelt de overheid werknemers in staat tot en met 31 december 2025 een aanvraag te doen voor de RVU-regeling. De premie blijft stabiel op 0,25%.”

Duurzame inzetbaarheid
Cao-partijen gaan gedurende de looptijd van de cao’s werken aan een gezamenlijke visie en aanpak rond het vraagstuk duurzame inzetbaarheid.

Het vandaag afgesloten cao-akkoord wordt van kracht na akkoord van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de Metaal en Techniek.

> Lees het principeakkoord.

Werkgevers in de Metaal en Techniek willen weer met de vakbonden aan de cao-tafel

De werkgevers in de Metaal en Techniek nodigen de vakbonden uit om weer aan tafel te komen. Ze doen daarvoor een verbeterd aanbod om op korte termijn tot een cao-akkoord te komen. Het gaat om een loonsverhoging van 7% per 1 juli 2024, 90 euro structureel per 1 maart 2025 en 3% loonsverhoging per 1 januari 2026. Werkgevers stellen een cao voor met een looptijd van 24 maanden, van 1 april 2024 tot 1 april 2026.

Cao-onderhandelaar Ron Follon van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT): ‘Half april strandden de onderhandelingen voor nieuwe cao’s in de Metaal en Techniek. Toen was ons bod een loonstijging van 9,19% over 22 maanden. Het nieuwe bod houdt in dat werkgevers 12,7% over 2 jaar gaan betalen. Hiermee leveren we een belangrijke bijdrage aan de reparatie van de koopkracht. Wij zetten hiermee een flinke stap. Als werkgevers willen we samen met de vakbonden de verantwoordelijkheid nemen om tot een cao te komen. We roepen de vakbonden daarom op deze week weer aan de onderhandelingstafel te komen.’

Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
Naast een verbeterd loonbod willen de werkgevers ook de mogelijkheden vergroten om gebruik te maken van de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). Follon: ‘Wij stellen voor dat alle werknemers die in aanmerking komen voor de regeling, er ook gebruik van kunnen maken. Als werkgevers zijn we bereid daarvoor de premie te betalen. Wat ons betreft komt er geen werknemer meer in de wachtrij.’ Als werkgevers en vakbonden op centraal niveau tot een akkoord komen over de verlenging van de RVU-regeling, is de FWT bovendien bereid om de regeling te verlengen tot 2031.

Stappen gezet
De onderhandelingen voor een nieuwe cao in de Metaal en Techniek strandden half april. Follon: ‘Wij laten met dit verbeterde bod zien dat het ons ernst is. We hebben stappen gezet. We rekenen erop dat de vakbonden positief reageren zodat we de onderhandelingen kunnen hervatten. Stakingen brengen de cao’s niet dichterbij, terugkeer naar de cao-tafel wel.’

De cao voor de Metaal en Techniek geldt voor 320.000 werknemers en is daarmee de grootste cao in de marktsector.

FWT wijst ultimatum van vakbonden af

De vakbonden eisen van de werkgevers dat zij uiterlijk op woensdag 17 april akkoord gaan met hun eisen voor nieuwe cao’s in de Metaal en Techniek. De werkgevers wijzen dit ultimatum af. De Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT) is teleurgesteld in de opstelling van de vakbonden.
FWT-onderhandelaar Ron Follon: ‘Er lag een stevig eindbod van de werkgevers met een flinke loonsverhoging van 9,19%. Voor jongeren betekende het eindbod zelfs een loonsverhoging van meer dan 10%. De vakbonden houden vast aan een looneis van ruim 13%. Daarmee plaatsen ze zich buiten de realiteit. Dit kunnen werkgevers simpelweg niet dragen.’

Vakbonden moeten nu in beweging komen
Follon hoopt dat de vakbonden terugkeren naar de onderhandelingstafel. ‘Het is in het belang van zowel werkgevers als werknemers dat we tot een cao-akkoord komen.’ Hij benadrukt dat de werkgevers open blijven staan voor onderhandelingen met de bonden. ‘Wij hebben stappen gezet, nu is het aan de vakbonden om in beweging komen.’

> Ultimatum van de vakbonden

> Reactie van de werkgevers op het ultimatum

 

Voor nadere informatie naar aanleiding van dit bericht: Ron Follon, cao-onderhandelaar namens FWT, 06 22564639, RonFollon@fwt.nl

Ultieme poging werkgevers: stevig eindbod voor cao’s Metaal en Techniek

Werkgevers en vakbonden zijn het tot nu toe niet eens geworden over nieuwe cao’s voor de Metaal & Techniek. De vakbonden bieden helaas geen ruimte voor verdere onderhandelingen. Daarom hebben de werkgevers, verenigd in de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT), een eindbod gedaan voor de nieuwe cao’s. Cao-onderhandelaar Ron Follon van FWT: ‘Met ons eindbod doen we als werkgevers een ultieme poging om tot een cao-akkoord te komen. Dit is een stevig eindbod en het doet recht aan de belangen van werknemers. Tegelijkertijd hebben we oog voor de continuïteit van onze bedrijven. We hebben te maken met een afkoelende economie, onder meer door de stikstofproblematiek en netcongestie.’

Loon
Na vier onderhandelingsronden doen de werkgevers de vakbonden een eindbod voor een cao met een looptijd van 22 maanden (1 april 2024 – 1 februari 2026) en een totale loonstijging van 9,19%. Die stijging bestaat uit een loonsverhoging van 7% op 1 juli 2024, een loonstijging van 50 euro per maand  op 1 april 2025 en een loonsverhoging van 0,75% op 1 januari 2026. Voor jongeren betekent het eindbod zelfs een loonsverhoging van zeker 10%.

Seniorendagen
De werkgevers willen de staffel van de seniorendagen laten beginnen op 58 jaar. In ruil daarvoor worden seniorendagen toegekend tot aan de datum waarop de AOW ingaat. De ingangsdatum van de ontzie-maatregelen groeit daardoor mee met de toegenomen vitaliteit van oudere werknemers. De staffel schuift op met het opschuiven van de AOW.

Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
De Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) maakt het mogelijk om werknemers drie jaar vóór de AOW-gerechtigde leeftijd uit te laten treden. De werknemer krijgt dan een uitkering van de stichting RVU. De werkgevers zijn bereid om de premie voor de RVU met ingang van 1 januari 2025 te hervatten, tot 1 januari 2026. De premie bedraagt 0,25%.

> Lees het volledige eindbod van de werkgevers.

Voor nadere informatie naar aanleiding van dit bericht: Ron Follon, cao-onderhandelaar namens FWT, 06 22564639, RonFollon@fwt.nl

 

Nieuwe pensioenregeling voor de Metaal en Techniek

Werkgeversorganisaties, verenigd in de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek, en vakbonden hebben op 3 april een akkoord bereikt over een nieuwe pensioenregeling voor de Metaal en Techniek. De nieuwe regeling bestaat uit een solidaire premieregeling, een verplichte basisregeling en vrijwillige aanvullende regelingen en treedt in werking op 1 januari 2026. Met ingang van die datum worden de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten ingebracht in de nieuwe pensioenregeling. Dit wordt ‘invaren’ genoemd. De nieuwe pensioenregeling vloeit voort uit de Wet toekomst pensioenen (Wtp) die sinds 1 juli 2023 van kracht is.

Transitieplan
Sociale partners hebben de (overgang naar de) nieuwe regeling vastgelegd in een transitieplan. Uitgangspunt is een evenwichtige behandeling van de deelnemers uit alle leeftijdsgroepen (inclusief alle pensioengerechtigden). Dit betekent onder meer dat alle opgebouwde pensioenrechten van deelnemers overgaan naar de nieuwe regeling. Het transitieplan wordt binnenkort ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de vakbonden en werkgeversorganisaties.

Uitvoering bij PMT
PMT zorgt voor een evenwichtige overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Het pensioenfonds wordt ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe regeling en verzorgt de communicatie met de (verplicht en vrijwillig) aangesloten werkgevers, (ex-)werknemers en pensioengerechtigden. Sociale partners monitoren bij en na de overgang naar de nieuwe pensioenregeling of de evenwichtigheid en de doelstellingen van de nieuwe regeling worden gerealiseerd.

> Lees de hoofdlijnen van de nieuwe pensioenregeling.

Cao-partijen Metaal & Techniek bereiken nog geen akkoord

Op de laatste onderhandelingsdag voor nieuwe cao’s in de Metaal & Techniek hebben werkgevers en vakbonden nog geen akkoord bereikt. Vooral de voorstellen voor ontwikkeling van de lonen liepen te ver uiteen. Werkgevers en vakbonden hebben daarop het cao-overleg opgeschort. Wél hebben partijen in principe een extra onderhandelingsdag gepland op 9 april. Zowel werkgevers als vakbonden gaan zich beraden over de ontstane situatie. Cao-onderhandelaar Ron Follon van de Federatie werkgeversorganisaties Techniek (FWT):  ‘Voor werkgevers is het loonvoorstel van de vakbonden niet acceptabel. Ondernemers kunnen dit simpelweg niet dragen.’

Loonontwikkeling
Werkgevers in de Metaal & Techniek hebben in hun openingsbod een nieuwe cao voorgesteld met een looptijd van 15 maanden met ingang van 1 april 2024. Tijdens deze looptijd willen werkgevers de lonen met 6,25 % verhogen, terwijl de vakbonden vooralsnog vasthouden aan hun looneis. Cao-onderhandelaar Ron Follon van FWT: ‘We bieden werknemers een stevige loonstijging. Tegelijkertijd houden we rekening met de draagkracht van werkgevers die te maken hebben met een afkoelende economie.‘

Jeugdschalen
Werkgevers en vakbonden verschillen van mening over de jeugdschalen. Vakbonden willen de jeugdlonen afschaffen en jeugdigen meteen indelen in de vakvolwassen schalen. Werkgevers willen dit niet. Zij benadrukken dat jeugdigen nog bezig zijn met hun opleiding en dus nog niet vakvolwassen zijn. Werkgevers houden vast aan hun voorstel om de paritaire commissie Jeugdlonen voort te zetten. De reikwijdte van het onderzoek door deze commissie wordt uitgebreid naar de BBL-lonen. Ook zal de commissie de effecten op de arbeidsmarkt en de kosten- en inkomenseffecten in beeld brengen.

Leeftijdsafhankelijke regelingen
Werkgevers en vakbonden kijken ook anders aan tegen het leeftijdsonafhankelijk maken van de cao-regelingen. Werkgevers stellen voor om de staffel van de seniorendagen te laten beginnen op 58 jaar. In ruil daarvoor worden seniorendagen toegekend tot aan de AOW. Follon: ‘Hiermee groeit de ingangsdatum van de ontzie-maatregelen mee met de toegenomen vitaliteit van oudere werknemers.’

 Regeling Vervroegd Uittreden
Er lijkt tussen werkgevers en vakbonden wel een basis te zijn om tot overeenstemming te komen over de regeling vervroegd uittreden (RVU). Deze regeling maakt het mogelijk om werknemers drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd uit te laten treden. De werknemer krijgt dan een uitkering van de stichting RVU. Follon: ‘Als we tot een akkoord komen, zijn werkgevers bereid om de premiebetaling in 2025 voort te zetten.’

Hoe nu verder?
De onderhandelingen zijn voor nu opgeschort. Mogelijk volgt op 9 april een extra onderhandelingsdag.

Derde cao-onderhandelingsronde in het teken van jeugdlonen

Tijdens de derde onderhandelingsronde voor de cao’s in de Metaal en Techniek hebben werkgevers en vakbonden uitvoerig gesproken over de jeugdlonen. De vakbonden willen de jeugdlonen afschaffen. De werkgevers hebben voorgesteld de conclusies af te wachten van de paritaire commissie Jeugdlonen van de Vakraad, maar de vakbonden gaan daarmee niet akkoord. Werkgeversonderhandelaar Ron Follon van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT): ‘We hebben onze teleurstelling over deze opstelling uitgesproken en gaan ons beraden op de nu ontstane situatie. Ons doel blijft om de vakbonden op 28 maart een totaalvoorstel te doen. Maar dit maakt het er niet eenvoudiger op.’

Onverantwoorde kostenstijging
Volgens werkgevers leidt afschaffen van de jeugdlonen tot een onverantwoord grote kostenstijging van gemiddeld 55% bij de jeugdlonen. Follon: ‘Dat is voor werkgevers niet te dragen. Bovendien levert de aanpassing die de vakbonden voorstellen, systeemtechnische complicaties op voor het loonhuis. Dat is nu gebaseerd op het verschil in beloning tussen jongeren die het vak aan het leren zijn en vakvolwassenen. Wij blijven de systematiek toetsen aan een logisch loongebouw. Uitgangspunten daarvan zijn leren moet lonen en een verantwoorde kostenstijging als onderdeel van een totaalpakket.’

Advies commissie Jeugdlonen is nodig
De werkgevers wilden in de paritaire commissie Jeugdlonen van de Vakraad verder praten over de jeugdlonen. Werkgevers zijn van mening dat een uitspraak van deze commissie helpt om de gesprekken aan de cao-tafel vlot te kunnen trekken. Follon: ‘Er is helderheid nodig over de jeugdlonen voordat werkgevers een totaalvoorstel kunnen doen aan de vakbonden.’

Het gesprek tussen werkgevers en vakbonden wordt op 28 maart hervat.

Cao’s moeten voldoende ruimte bieden voor maatwerk oudere werknemer

Werkgevers vinden dat de cao’s effectief toegerust moeten zijn op het ontzien van oudere werknemers. Dat wil zeggen dat de regelingen afgestemd moeten worden op wat werknemers nog kunnen. “Onze werkgevers blijven graag gebruik maken van de kennis, expertise en ervaring van de oudere werknemer. Die moet fit en productief de eindstreep halen. Beleid voor duurzame inzetbaarheid in de komende cao-periode is voor werkgevers dan ook van groot belang”, zei Ron Follon, werkgeversonderhandelaar FWT, na afloop van de tweede dag van de onderhandelingen over de cao’s in de Metaal & Techniek.

Meer maatwerk
Werkgevers menen ook dat de cao’s meer ruimte moeten bieden om zaken op bedrijfsniveau te regelen waardoor meer maatwerk mogelijk is. Follon: “Voorop staat dat duurzame inzetbaarheid geldt voor alle generaties. En daarbinnen moeten er specifieke maatregelen zijn voor ouderen die daadwerkelijk ontzien moeten worden. Of waarvan we niet kunnen verwachten dat ze op dezelfde voet verder kunnen.”

RVU-regeling
Vakbonden willen dat de cao’s de mogelijkheid blijven bieden om oudere werknemers drie jaar voor hun AOW te laten uittreden via de zogeheten Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU-regeling). Voor werkgevers is dat bespreekbaar, maar in principe alleen als de overheid daarvoor de fiscale ruimte blijft bieden. “Werkgevers zetten in op het effectiever maken van huidige regelingen en duurzame inzetbaarheid. De RVU continueren is verder alleen bespreekbaar als het in balans is met andere maatregelen. We moeten nadenken over de wijze waarop we onze oudere werknemers blijvend fit, vitaal en productief kunnen inzetten”, aldus Follon.

Continuïteit
Werkgevers en vakbonden hebben tijdens de tweede onderhandelingsronde over de cao’s in de Metaal & Techniek gereageerd op elkaars voorstellen. Werkgevers hebben opnieuw benadrukt dat een cao-akkoord bij moet dragen aan de continuïteit van de ondernemingen in de verschillende bedrijfstakken. Verder moet het antwoorden geven op de uitdagingen waarvoor de bedrijven zich geplaatst zien, zoals de duurzame inzetbaarheid van alle werknemers.

Aantrekkelijkheid sector
Vakbonden geven in hun reactie aan in te willen zetten op het aantrekkelijk houden van de sector voor jongeren en de duurzame inzetbaarheid voor ouderen. Werkgevers onderschrijven dit, maar vinden tegelijkertijd dat dit onderdeel moet zijn van een haalbaar totaalpakket. Daarbij zou de leeftijdgrens van de ontzie-maatregelen mee moeten groeien met de toegenomen vitaliteit van oudere werknemers.

 

De onderhandelingen worden voortgezet op 14 maart a.s. waarbij partijen verwachten dat de voorstellen nader worden geconcretiseerd.

Uitdagingen arbeidsmarkt belangrijk thema

Tijdens de eerste onderhandelingsronde over de cao’s Metaal & Techniek, hebben de werkgeversorganisaties, verenigd in de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek (FWT), benadrukt dat er steeds meer onzekerheden afkomen op de bedrijven in de verschillende bedrijfstakken. “Allerlei factoren, zoals netcongestie, stikstofproblematiek, conflictsituaties in de wereld en de terugvallende wereldhandel, zorgen voor een afkoelende economie. Veel bedrijven moeten nu al pas op de plaats maken”, zegt Ron Follon, werkgeversonderhandelaar FWT, na afloop van het overleg met de vakbonden.

“Elke bedrijfstak kent natuurlijk zijn bijzonderheden, maar in het algemeen kan gesteld worden dat de orderportefeuilles over de afgelopen periode gemiddeld genomen licht afnemen en dat de bedrijfsresultaten gedrukt worden door de stijgende kosten.”

Uitdagingen arbeidsmarkt
De eerste overlegronde stond in het teken van een toelichting van de voorstellen door werkgevers en vakbonden en beantwoording van elkaars vragen. Vervolgens heeft een aantal vakbondsleden zich persoonlijk tot de delegatie gericht om de voorstellen van de vakbonden kracht bij te zetten. Zij zetten onder andere in op koopkracht, fatsoenlijk de eindstreep halen en jongeren boeien en behouden. In de werkgeversvoorstellen zijn de uitdagingen op de arbeidsmarkt een belangrijk thema. Follon: “Zoals we al eerder met elkaar vaststelden, is een bijzonder kenmerk van onze werknemerspopulatie dat zij meer en meer vergrijst. We houden dan ook oog voor die oudere generatie en hoe we die gezond en productief aan de eindstreep kunnen krijgen. We moeten nadenken over de wijze waarop we onze oudere werknemers fit, vitaal en productief kunnen blijven inzetten. Maar waar we vanaf moeten is dat we met meerdere oplossingen één probleem op willen lossen. We kunnen maatregelen voor ouderen niet blijven uitbreiden. De effectiviteit van de maatregelen moet voorop staan. Daarnaast wensen we solidariteit tussen de generaties in onze cao’s. Dat betekent dat de regelingen minder leeftijdsafhankelijk moeten worden. Bovendien is het zaak om de kosten tussen de generaties beter te verdelen. Dit ook om de solidariteit tussen generaties te behouden en verder te bevorderen.”

Sociale innovatie
Een ander belangrijk overlegthema is volgens Follon sociale innovatie en maatwerk. “Tijdens eerdere gesprekken aan de cao-tafel is besproken dat de cao’s Metaal & Techniek te veel regelen. Op bedrijfsniveau kan dat leiden tot te weinig flexibiliteit. Follon: “Je moet in de cao niet voor elk probleem iets willen regelen waardoor zo’n regel vervolgens van toepassing wordt op 30.000 bedrijven en bijna 330.000 werknemers. Daarmee blijft er binnen een onderneming te weinig manoeuvreerruimte over, waardoor je zuurstof uit de onderneming weghaalt. Wij zijn van mening dat in een moderne arbeidsverhouding werkgevers en werknemers zelf oplossingen bedenken en daar ruimte voor moet zijn in de cao. Werkgevers menen dat innovatie uit de bedrijven komt en dat onze cao’s dat moeten faciliteren. We stellen voor om te onderzoeken hoe we op bedrijfsniveau maatwerk kunnen realiseren met behulp van individuele afspraken, afspraken tussen directie en vakbeweging, medezeggenschapsorgaan c.q. werknemersdelegatie. Een voorbeeld is het inrichten van proeftuinen.”

Voorstellen vakbonden
Tijdens de eerste overlegronde werd duidelijk dat de vakbonden inzetten op koopkrachtherstel en -verbetering, afschaffen van de jeugdschalen en het continueren van de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). Follon: “We gaan deze voorstellen nader bekijken en komen daar in de volgende overlegronde op 28 februari op terug.”

FWT onderhandelt over de nieuwe cao’s Metaal & Techniek namens werkgeversorganisaties Techniek Nederland, Koninklijke Metaalunie, de Federatie Carrosseriebedrijf, de Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Thermisch Isolatiebedrijf (VIB), de Nederlandse Vereniging Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL) en Federatie Goud en Zilver

 Het overleg wordt op 28 februari a.s. voortgezet.

Nieuwe cao’s maken werken in Metaal en Techniek aantrekkelijk

De teksten van het op 15 april jl. afgesloten principeakkoord voor de nieuwe cao’s in de Metaal en Techniek zijn aangemeld bij het ministerie van SZW. Deze zal de nieuwe cao’s binnenkort vervolgens algemeen verbindend verklaren. De cao’s houden een beter loon in voor alle medewerkers en jongeren krijgen zelfs een extra loonsverhoging van minimaal 5%. De sector Metaal & Techniek biedt al jaren enorme loopbaanmogelijkheden voor jonge medewerkers.

Looptijd dertig maanden
De nieuwe cao’s hebben looptijden van dertig maanden en lopen af per 1 april 2024. De lonen stijgen per 1 juli met 42,50 euro, per 1 september 2022 met 2,75%, per 1 maart 2023 met 3,25% en per 1 januari 2024 met 0,6%. Per 1 juli 2022 is er een eenmalige uitkering van 382,50 euro.

Rust en duidelijkheid
Ron Follon, hoofdonderhandelaar van de Federatie Werkgeversorganisaties Techniek: ‘De lange looptijd van 30 maanden geeft rust en duidelijkheid. Dat is goed voor werkgevers én werknemers. De nieuwe cao’s zijn extra aantrekkelijk voor jongeren, omdat de sector zit te springen om jong technisch talent.’

Verbetering voor jongeren
Het belang van de sector in de samenleving neemt snel toe. Daardoor groeit de vraag naar technische vakmensen en de carrièrekansen voor jongeren in de metaal- en technieksector. In de cao’s hebben werkgevers en vakbonden de volgende afspraken gemaakt: jongeren tot 21 jaar krijgen per 1 januari 2023 een extra loonsverhoging, zodat zij in totaal minimaal 5% loonsverhoging krijgen. Verder gaat een werkgroep nieuwe jeugdschalen opstellen.

Ook verbetering voor ouderen
De cao-partijen hebben afspraken gemaakt over een zware-beroepenregeling voor oudere medewerkers. Ouderen met een maandloon tot 3.750 euro of in regelmatige ploegen-, consignatiedienst werken komen hiervoor in aanmerking. Zij krijgen de mogelijkheid maximaal 3 jaar vóór de AOW-leeftijd te stoppen met werken en een uitkering te ontvangen van maximaal 1.874 euro bruto per maand. Daarvoor komt een collectief fonds. Financiering daarvan vindt plaats via een heffing van 0,25%. Cao-partijen hebben daarnaast afgesproken om het Generatiepact voor onbepaalde tijd voort te zetten.