De bedrijven in de Metaal en Techniek hebben zwaar te lijden onder de gevolgen van de economische crisis. Het gros van de bedrijven heeft de afgelopen jaren fors ingeteerd op de in het verleden opgebouwde reserves en heeft, nu de crisis al een aantal jaren voortduurt, ‘geen vet meer op de botten’.
Deze negatieve trend, die wordt versterkt door achterblijvende investeringen in de industrie en teruglopende overheids- en consumentenbestedingen, gaat aan geen enkele sector in de Metaal en Techniek voorbij.
Vanwege de achterblijvende volumes is er bovendien sprake van een aanzienlijke prijsdruk. Het is voor bedrijven steeds moeilijker om (loon)kostenstijgingen door te berekenen in prijzen en tarieven; de kosten stijgen, maar de tarieven blijven gelijk of dalen. Met andere woorden, de rendementen staan zwaar onder druk en veel bedrijven hebben moeite het hoofd boven water te houden. Onder deze omstandigheden is het niet verantwoord in de nieuwe Cao een verdere kostenstijging af te spreken voor 2013; het terugdringen van de Cao-kosten ligt voor de hand. De financiële weerbaarheid van de bedrijven moet niet verder worden aangetast.
Mede vanwege de lopende besprekingen over Cao-vernieuwing in de Metalektro en de Metaal en Techniek, een traject dat noopt tot convergeren in plaats van divergeren, heeft FWT er deze keer voor gekozen niet met een uitgebreide voorstellenbrief te komen. Vandaar dat wij ons beperken tot de hoofdlijnen. In dat kader doen wij concreet de volgende voorstellen.
Looptijd
Onze voorkeur gaat uit naar een looptijd die past bij het proces dat moet leiden tot gemeenschappelijk Cao-overleg in de Metalektro en de Metaal en Techniek.
Lonen
Ondanks de economische crisis bevat de Cao 2011-2013 een aanzienlijke loonkostenstijging, waaronder een loonsverhoging van 1,15% per 1 februari 2013 en een wijziging in de verdeling van de pensioenpremie voor 2013. Deze loonsverhoging alsmede de stijging van het werkgeversdeel van de pensioenpremie drukt voor een groot deel op het jaar 2013. Daarom moet nu, gegeven het feit dat we nog middenin de crisis zitten, terughoudendheid worden betracht.
Afhankelijk van de looptijd van de nieuwe Cao en de overige afspraken, kan eventueel worden bezien of er voor de periode na 2013 ruimte is voor een geringe aanpassing van de lonen. Crisisbestrijdingsdagen kunnen daar een onderdeel van zijn.
Ouderenbeleid
Ouderen zijn door hun vakkennis en ervaring van grote waarde voor een onderneming. Anderzijds schrikken werkgevers vaak terug voor het in dienst houden c.q. nemen van oudere werknemers. Dit vanwege de kosten. Om deze kosten terug te dringen stellen wij voor de seniorendagen ingrijpend te beperken en op termijn af te schaffen. Dat kan worden gerealiseerd door de extra vakantie-rechten voor oudere werknemers toe te kennen vanaf het bereiken van de leeftijd van 60 jaar, in plaats van de huidige 50-jarige leeftijd, te beginnen met 12 uren per halfjaar. Uiteraard zijn wij bereid om te praten over een verantwoorde overgangsmaatregel.
Voorts moeten seniorendagen worden ingeroosterd in overleg tussen werknemer en werkgever. Dit om het doel te bereiken waarvoor deze dagen worden opgenomen. Daarbij past dat de in enig jaar opgebouwde extra dagen voor oudere werknemers uiterlijk per 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar vervallen en dat tijdens arbeidsongeschiktheid geen seniorendagen worden opgebouwd.
De arbeidsomstandigheden zijn in de loop van de tijd sterk verbeterd. Dat geldt ook voor de fysieke gesteldheid van oudere werknemers. Daarom stellen wij voor de leeftijdsgrens die de inzet van oudere werknemers voor overwerk en werken in ploegendienst beperkt te verhogen van 55 jaar naar 60 jaar. Vervolgens kan deze grens meebewegen met de aanpassing van de AOW-leeftijd.
De huidige mogelijkheid om de functie van de werknemer in voorkomende gevallen te wijzigen met aanpassing van loon moet niet beperkt blijven tot jongeren. Dat kan in het belang zijn van zowel werkgever als werknemer. Voor de werknemer is het een methode om de inzetbaarheid op latere leeftijd te garanderen. Dat is wenselijk gelet op de oplopende einddatum waarop het dienstverband wordt beëindigd.
Duurzame inzetbaarheid en afspraken over Wajongers en oudere werklozen
De commissie duurzame inzetbaarheid moet de afspraken die in de vorige Cao zijn gemaakt over optimale inzetbaarheid in het kader van levensfasebewust personeelsbeleid verder uitwerken en implementeren. Dat geldt ook voor de projecten die beogen Wajongers en 45+ WW-ers aan het werk te helpen in de Metaal en Techniek.
Werktijden
In de bedrijfstak is er behoefte het arbeidsaanbod meer te laten ‘mee-ademen’ met het werkaanbod; er moeten meer mogelijkheden komen om rekening te houden met individuele wensen van werkgevers en werknemers.
De diversiteit in de Metaal en Techniek is te groot om nog te spreken over een uniforme werkweek voor alle werknemers. De standaard werkweek van acht uur per dag, vijf dagen per week is niet goed werkbaar omdat er ook activiteiten en werkzaamheden zijn die niet volledig in dit patroon passen. In de praktijk komt het steeds vaker voor dat klanten/opdrachtgevers werkzaamheden willen laten verrichten op tijdstippen die vallen buiten het huidige dagvenster. Er zijn ook steeds meer werknemers die werkzaamheden op deze tijdstippen goed vinden passen in hun privé-situatie. Vandaar dat wij voorstellen het dagvenster vast te stellen op een periode van 15 uur (van 6.00 tot 21.00 uur), met de mogelijkheid om dit venster voor de duur van één jaar te verschuiven tot uiterlijk 08.00 uur (dan van 8.00 tot 23.00 uur). Werktijden volgens rooster die vallen binnen de grenzen van de standaard arbeidstijd gelden als gebruikelijk en komen niet in aanmerking voor een (dagvenster)toeslag.
Naast de mogelijkheid de invoering van een dienstrooster van 4 x 9,5 uur in overleg met de vakvereniging af te spreken, moet een rooster van 4 x 9,5 uur ook in overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie ingevoerd kunnen worden.
Personeelstekorten
Gezien de vergrijzing van het personeelsbestand en het afnemende aantal jongeren dat kiest voor een baan in de techniek, krijgen we als de economie aantrekt te maken met personeelstekorten. Daar moet tijdig op worden ingespeeld. Wij stellen voor de aanpak van deze uitdaging mee te nemen in de besprekingen over Cao-vernieuwing.
Fusie, sluiting en reorganisatie
Mede als gevolg van een wetswijziging, zijn in de Wet (Wet Melding Collectief Ontslag en de WOR) voldoende waarborgen opgenomen die de rechten van de werknemersorganisaties en het medezeggenschapsorgaan bij fusie, sluiting en reorganisatie vastleggen. Wij stellen daarom voor artikel 9 te schrappen.
Arbeidsongeschiktheid
Wij stellen voor om in bijlage 7 (Gedragsregels bij arbeidsongeschiktheid) de sanctie zoals omschreven onder ‘Genezing niet belemmeren’ in overeenstemming te brengen met de wet.
Scholing
Wij stellen voor de bestaande scholingsheffingen indien nodig voort te zetten.
Pensioenregeling
De voorstellen die wij op 3 december 2012 hebben ingediend t.b.v. de noodzakelijke vernieuwing van de pensioenregeling zijn bijgevoegd.
Tot slot
Wij behouden ons het recht voor om op een later tijdstip zo nodig met aangepaste of aanvullende wijzigingsvoorstellen te komen. Tevens stellen wij voor de redactiecommissie de teksten van Cao-artikelen te laten screenen op gewijzigde wetgeving. Voorstellen tot aanpassingen en/of verbeteringen zullen aan het Dagelijks Bestuur van de Vakraad worden voorgelegd.
Den Haag, 6 maart 2013